Aan de slag op school!

In Vlaanderen worden alle scholen verondersteld een talenbeleid te voeren. Voor vele leerkrachten is dit in praktijk echter nog steeds een-ver-van-mijn-bed show: iets waar de directie, GOK-, zorg- of taalleerkrachten zich mee bezighouden terwijl dit net door alle actoren binnen een school kan uitgedragen worden. Van Gorp, 2011 Van Gorp, K. (2011). ’t Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Wetenschappelijk rapport over talensensibilisering in de Vlaamse onderwijscontext. Literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor).   definieert een talenbeleid als volgt: 

Een talenbeleid is de structurele en strategische poging van een schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de leerbehoeften van de leerlingen op het vlak van talen met het oog op het bevorderen van hun algemene ontwikkeling en het verbeteren van hun onderwijsresultaten. ( Van Gorp, 2011 Van Gorp, K. (2011). ’t Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Wetenschappelijk rapport over talensensibilisering in de Vlaamse onderwijscontext. Literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor).   , p. 117). 

Devlieger e.a., 2012 Devlieger, M. e.a. (2012). Is die taal van ver of van hier? Wegwijs in talensensibilisering van kleuters tot adolescenten. Leuven/Den Haag: Acco. (p. 53-54) zet enkele kenmerken of voorwaarden op een rijtje voor een talenbeleid:

Doelgericht

Welke doelen stelt de school op leerling-, klas- en schoolniveau? Hoe kan dit omgezet worden in concrete acties? Doelen en acties kun je enkel bepalen wanneer je een zicht hebt op de schoolcontext (zie schoolspecifiek), waar je als school sterk in bent (bv. het erkennen van de thuistaal van leerlingen) en waar nog duidelijke hiaten zitten (bv. taaldiversiteit niet benutten in verschillende vakken).

Schoolspecifiek

Kent de school de eigen context zoals de samenstelling van de leerlingenpopulatie, de inplanting in de omgeving, de scholingsgraad van de leerkrachten, bestaande overlegkanalen, …  Talensensibilisering vertrekt vanuit de aanwezige inspiratiebronnen: de leerkrachten, leerlingen, ouders, de buurt om zo een eigen verhaal te maken. Het heeft dan ook geen zin om het talenbeleid van een andere school te kopiëren.

Taalgericht

Wat is taalideologie die de school uitdraagt? Hoe gaat de school om met taal en taaldiversiteit binnen buiten de klasmuren? Hoe gaat de school om met de talige diversiteit van ouders?

Structureel

Doordringt het talenbeleid de hele structuur van de school: alle teamleden (ook onderhoudspersoneel) en leerdomeinen (ook niet-taalvakken)?

Strategisch

Gaat de school de school planmatig te werk? Worden acties tijdens de planningsfase, de uitvoeringsfase en de evaluatiefase stelselmatig afgewogen tegenover de gestelde doelstellingen?

Dialoog

Waarin men verschillende acties op elkaar kan afstemmen, kan samenwerken en leren-van-elkaar. Deze dialoog kan bijvoorbeeld beginnen met de vraag welke leerkracht al, bewust of onbewust, aan talensensibilisering doen. In deze dialoog moet ook de (evoluerende) basishouding van de teamleden tegenover taaldiversiteit voortdurend tot onderwerp van gesprek en reflectie gemaakt worden.

Samenhang

Is er samenhang tussen de verschillende doelstellingen en acties op leerling-, leerkracht en schoolniveau? Concreet betekent dit dat houdingen en praktijken elkaar niet tegenspreken. Zo zullen tegenstrijdige signalen als ‘je thuistaal mag er zijn’ tijdens een talensensibiliserend moment in de klas en ‘wij spreken hier Nederlands’ op de speelplaats een negatieve impact hebben op de positieve resultaten die je via talensensibilisering wil bereiken.

Instrument voor de analyse van de beginsituatie op vlak van taalbeleid

» Meer weten?

Handreiking en diagnose-instrument voor een schoolbreed taalbeleid.

» Meer weten?

Voor verdere achtergrondinformatie, instrumenten en materialen om mee aan de slag te gaan verwijzen we naar:

Creative Commons License