Risicomomenten onder de loep

Oefening

Doelstellingen

  • Zich ervan bewust worden dat kansarmoede een multidimensionele problematiek is en een eenduidige visie, oplossing, aanpak,… niet bestaat.
  • Nadenken over concrete inspanningen in de klas en op school om de drempels voor kansarme kleuters en ouders te verlagen en risico’s op uitsluiting en achterstand te minimaliseren. 

Timing



Middellang (groot deel van een lesuur/volledig lesuur)

Richtlijnen

Met wie?

We maken gebruik van de methodiek ‘Dilemma’ waarbij gewerkt wordt in groepen van 4 à 6 personen.  

Voorbereiding

Iedere groep heeft:

  • Pen en papier
  • De stellingen (op aparte briefjes) 

Opdracht

  1. Afhankelijk van het aantal deelnemers worden er X aantal briefjes getrokken met daarop een bepaalde situatie. Iedereen noteert bij zijn/haar situatie één of meerdere dilemma’s die zich kunnen voordoen m.b.t. kansarme kleuters.
    Pas multiperspectiviteit toe op elk moment, door dit telkens vanuit het perspectief van een kansarme kleuter en een kansrijke kleuter te bekijken. Let op, er bestaat niet zoiets als dé kansrijke of kansarme kleuter!

Risicosituaties(uit: Klasse voor leraren):

    • Eerste schooldag
    • Terug op school na vakantie of weekend
    • Geldophaling
    • Drink- en eetmomenten
    • Speelplaats
    • Leerinhouden (lesonderwerpen, projectthema’s) en werkvormen
    • Momenten waarop kinderen nadrukkelijk met taal bezig zijn
    • Een spel- of werkvriendje kiezen
    • Conflictsituaties/pesterijen
    • Afspraken maken en hanteren
    • Verjaardag
    • Schoolfeesten
    • Jaarfeesten (Kerstmis, Suikerfeest, …)
    • Abonnementen en tijdschriften
    • Uitstappen
    • Watergewenning/turnen
    • Regels en structuur in de klas
    • Informatie-uitwisseling tussen school en ouders (brieven/mondeling)
    • Contactavond en contactmomenten met de ouders
    • Rapporten/uitslagen van testen bv. Toeters, …
  1. Om beurten legt men zijn/haar dilemma voor. Ga ook op samen zoek naar een antwoord op volgende vragen. De persoon die aan de beurt is vormt de moderator van het gesprek. Dit houdt in dat je ervoor moet zorgen dat iedereen aan het woord komt en dat jullie tot een algemeen besluit kunnen komen. Indien nodig kan je in het gesprek de discussie aanwakkeren door kritische tussenvragen te stellen of te peilen naar persoonlijke ervaringen.
    • Hoe beleven kinderen in armoede deze situatie Welke risico’s houdt deze situatie in voor kinderen in armoede?
    • Maak een onderscheid:
      • Welke situaties kan ik als individuele leerkracht voorkomen? Hoe kan ik dit doen?
      • Welke situaties dienen vanuit het schoolbeleid voorkomen te worden? Wat zijn mogelijke initiatieven? Hou er hiermee rekening dat deze niet louter oplossingsgericht zijn maar ook houdbaar zijn op lange termijn.
  1. Wanneer bovenstaande vragen m.b.t. een bepaalde situatie beantwoord zijn, formuleert iedereen van de groep om beurten een werkpunt voor zichzelf. Neem dit ook mee naar je stage. 

Nabespreking

Als voorbeeld wordt één risicosituatie (Verjaardagen) uitgediept: ‘Hoe spring je om met kansarme kinderen die niets kunnen meebrengen van thuis om hun verjaardag te vieren?’ is een mogelijk dilemma dat naar voren gebracht kan worden.

  • Hoe beleven kinderen in armoede deze situatie Welke risico’s houdt deze situatie in voor kinderen in armoede?

Kinderen vinden dit meestal heel leuk: er wordt gezongen voor hun in de klas, ze krijgen cadeautjes thuis en mogen op school taart of cadeautjes uitdelen aan de andere kleuters. Bij kinderen in armoede kan dit er anders aan toe gaan. Daar is er vaak geen geld voor een cadeau of om iets mee te nemen naar school om uit te delen. Om opmerkingen van andere ouders of de leerkracht te voorkomen, zullen kansarme ouders er alles aan doen om een zo mooi mogelijke taart of leuke cadeautjes mee te geven aan hun kind om uit te delen. Het geld dat ze hieraan spenderen, hebben ze nochtans broodnodig… Andersom kan het ook zijn dat een kansarme kleuter niets meebrengt naar school en het helemaal niet leuk vindt om zijn of haar verjaardag te vieren. Want dit is niet zoals bij de andere kinderen. Er is geen verjaardagsfeestje of leuke cadeautjes, ouders die er weinig aandacht aan besteden omdat ze zich schuldig voelen omdat ze hun kind niet in de watten kunnen leggen die dag,…

  •  Welke situaties kan ik als individuele leerkracht voorkomen? Hoe kan ik dit doen?

Als leerkracht kan jij een bepaald ritueel opzetten in de klas zodat ieder kind zijn verjaardag op dezelfde manier gevierd wordt. Je kan een grote verjaardagsstoel maken waarin de kleuter die dag mag zitten in de kring, je kan een verjaardagskoffer maken vol met leuke dingen: versiermateriaal waarin de kleuter kan kiezen om een kroon te maken, kleine cadeautjes waaruit er eentje gekozen mag worden, schmink en de kleuter mag kiezen wat hij/zij wil zijn die dag,… Als leerkracht zelf kan je ouders niet tegenhouden om dingen mee te geven. Je kan dit natuurlijk in het begin van het jaar duidelijk vermelden dat dit in de klas niet wordt gedaan.

  • Welke situaties dienen vanuit het schoolbeleid voorkomen te worden? Wat zijn mogelijke initiatieven?

Dit is vooral een zaak dat op schoolniveau structureel aangepakt kan worden. Er kunnen duidelijke regels opgesteld worden wat wel of niet mag: bijvoorbeeld wel een cake of taart meebrengen, maar geen cadeautjes. Zo kan er zelfs gekozen worden om helemaal niets mee te brengen, maar de verjaardag wordt gewoon gevierd in de klas gedurende de hele dag.

Mogelijk werkpunt: nagaan wat de visie van mijn stageschool is rond het vieren van verjaardag en hoe dit tot stand gekomen is.

Uit: Laevers, F.; Vanhoutte, T. & Derycke,C. (2003). Omgaan met kansarmoede in de basisschool:pijnpunten, beleving, aanpak. Leuven: CEGO Publishers. 

Alternatieven en transfer

Alternatieve toepassingen

  • Maak gebruik van de 5 armoedekloven om de risicosituaties te analyseren. In welke kloof kan je de mogelijke risico’s voor elke situatie situeren?
  • Je kan deze oefening gebruiken om te reflecteren over de wijze waarop jouw (stage)school deze risicomomenten aanpakt en hoe deze ervaren worden door kansarme kinderen en hun ouders. Voer hierrond een interview met iemand uit de school (jouw mentor, een directielid, zorgleerkracht, ...). Ga na op welke wijze de school ‘omgaan met kansarmoede’ omtrent deze risicosituaties verankerd in haar schoolbeleid. 

Alternatieve werkvormen

  • Speeddaten: Ervaringen uitwisselen per 2 op een leuke en afwisselende manier, per risicosituatie gebeurt er een wissel.
  • Schrijfronde: Brainstorm rond ideeën voor in de klas en op school. Een aantal situatie worden verdeeld onder groepen van ongeveer 5 personen. Iedere groep krijgt een andere situatie, papier en schrijfmateriaal. Mening, vragen, ervaringen i.v.m. het thema worden neergepend. Daarna geeft iedereen het blad aan zijn/haar linkerbuur door. Deze leest het blad en schrijft er bedenkingen of vragen bij. Daarna wordt het blad opnieuw doorgegeven tot het terug op het beginpunt is. Na deze schrijfronde kan iedereen aan de anderen verduidelijking vragen of geven, waarna dieper op bepaalde punten ingegaan kan worden.

Transfer

Door te brainstormen in groep werkt men via samenwerkend leren aan  multiperspectiviteit , dialoog & samenwerking, onbevooroordeeldheid en non-discriminatie  en  leren-van-elkaar.

Creative Commons License